Kroniek van Boerenol





Zijn cafe,

zijn mijn,

mijn zijn,

mijn ol.

Genesis

Al sinds het late pleistoceen gebruikten de eerste mensachtigen een glanzend poeder dat werd achtergelaten door de wegsmeltende Boerenol-gletsjer en heel eenvoudig uit de droge klei kon worden gezeefd. Ze gebruikten het als een soort pasta waarmee ze de huid insmeerden op bronstige avonden (de bronstijd). Later zouden ook Egyptenaren onze gewesten bereisd hebben omwille van zijn goudreserves. Zo zouden zelfs Farao Achnaton en zijn lief hier zijn komen delven naar goud voor hun doodsmaskers. Hun zoon Toetanchamon zou hier zelfs zijn geboren. Zijn naam is een verbastering van ‘Toetankstation’, een geoniem dat geen twijfels laat over de plaats van zijn geboorte. ‘Toet’ verwijst naar de spoorweg (‘Toet, toet!, den trein is daar’) en ‘Tankstation’ verwijst naar één van de eerste benzinestations langs de E40 alwaar menig Egyptenaar zijn tenten opsloeg op hun missie naar de Boerenolse goudvelden. Vandaar ook de vele hoerenkoten langs de ‘Kasseiweg op Luxor’ (nu Brusselse stwg, maar Brussel is pas veel later ontdekt). Als het eens past moet je maar eens bij hoer Cleopatra langs gaan in haar kot nabij de Mac Do. Hele avonden kan ze leuteren over ‘den Toet’ alsof het gisteren was. Let op: ze leutert ook aan champagne en die is er zeer duur vergeleken met die in De Goudmijn. Ook: ze vraagt regelmatig om mee naar boven te gaan. Alsof er daar iets kapot is en jij dat zou kunnen repareren of zo. Niet doen! Ik heb er naar beneden zien komen die er zeer slecht uit zagen. Angst en schuim en zweet en vanalles.

Foto: Boerenol ten tijde van de Farao’s. Het goud lag er gewoon voor het rapen. Het blijft een raadsel waarom de oorspronkelijke bewoners dat niet hebben ingezien en in de grootst mogelijke armoede leefden. De aandachtige lezer merkt ook rechts-onder delen van de lijst van het gestolen paneel van het Lam Gods.

Bloei

Vele eeuwen later, toen al het goud aan de oppervlakte van Boerenol was weggeschept, is men pas echt gaan delven. Alle boeren uit de streek werden delvers, maar de mijningenieurs bleven hen als ‘boeren’ bestempelen vanwege hun uitgesproken hoge verstandelijke vermogens. In de vroege middeleeuwen bouwde ingenieur Vandermijnsbrughe de inmiddels iconische poort onder de spoorweg als ingang van de mijn.

Foto: De ingangspoort van de goudmijn. Tussen de planken waaruit de poort is opgetrokken hebben specialisten stukken kunnen identificeren die onweerlegbaar afkomstig waren uit de lijst van het gestolen paneel van het Lam Gods.

Althans, voor de Wetterse delvers was het bij de aanvang van hun shift duidelijk een ingang. Bijna allemaal lieten ze het leven in de mijn, dus uitgangen waren geen prioriteit. Naarmate de vakbonden betere werkomstandigheden afdwongen werd de poort door overlevende delvers (later ‘Limburgers’ genoemd) ook gebruikt bij het naar huis gaan. Zo gebeurde het dat sommigen ook van een ‘uitgang’ gewaagden, hetgeen nooit de bedoeling was geweest. Een poort met een dubbele functie als het ware. De ingenieurs stonden perplex. Tot op heden zorgt deze verwarring voor frustraties bij weggebruikers aan weerszijden van het ‘Boerenol’.  Bij de ‘uitgang’ werd een paviljoen gebouwd alwaar de delvers die de ‘uitgang’ haalden een ‘toucher rectal’ moesten ondergaan. Officieel heette het gebouwtje ‘PTR’ (‘Pavillion Toucher Rectal’) maar, nadat het werd uitgebreid met een kantine werd het in de volksmond al vlug ‘Café Rectal’ en later, na de Vlaamse ontvoogding, Café Boerenol. Al bij al waren het gouden tijden voor de bewoners van de wijk. Sommigen onder hen haalden de gezegende leeftijd van 40 jaar en er waren er die zich een polszonnewijzer konden permiteren, een hebbeding waar veel geld voor betaald werd maar waar die delver in de donkere mijn geen moer aan had. Domme boerenollers hoor ik je zeggen, maar er zijn heden ten dage duizenden cat-walk-babes die peperdure sutiens dragen die ook nergens voor nodig zijn. Soit, het moest er even uit, excuus.

Verval

Toen Marilyn Monroe kort na de 2de WO in een tweederangsfilm zonodig ‘Diamonds are a girls best friend’ moest zingen zakte de vraag naar goud bliksemsnel in elkaar. De gevolgen voor Boerenol lieten niet op zich wachten. Wel integendeel, ze lieten wel op zich wachten. Eh.. in ieder geval, de mijn ging dicht. Deze sluiting betekende de aanvang van een zwarte periode voor deze contreien. De wijk stond al vlug symbool voor armoede en verloedering. De georganiseerde misdaad met ondermeer L. Platneuze, W. Ukema en C. Vuyleveste hielden de bewoners in hun greep. Op archiefbeelden uit die tijd is het vervallen staminee te zien waar in het opschrift de letter B door een H werd vervangen. Op aandringen van de Wetterse Deken O. Burgerol, die inmiddels ook een tegenoffensief was gestart met een Café/Cinema '’t Werkmansol’ op de markt, werd de poort voor lange tijd dichtgemetseld om het verderf buiten de Wetterse goegemeente te houden. Sindsdien rijden ook lawaaierige treinen heen en weer over de spoorweg om het gevloek en gekreun te overstemmen en de molenbeek werd gedempt om de afvallige wijk onder water te zetten. Het collectief dat de uitbating van de afspanning vandaag overneemt is er zich terdege van bewust dat dit treinverkeer, sinds de rust in de wijk reeds decennia is teruggekeerd, totaal overbodig is geworden en onderneemt voetstappen om alle treinverkeer langs de spoorweg voorgoed te stoppen.

Foto: Het "werkmansol'  aan de Markt van Wetteren. De toevlucht van vele werklieden tijdens de woelige jaren in Boerenol. In de pauselijke encycliek 'Rerum Novarum' werd de toenmalige burgemeester op de vingers getikt voor boers woordgebruik bij het aanspreken van werkvolk en 'werkmansol' werd 'werkmanshuis'. Het pand staat ook bekend als een veelgenoemde site in de zoektocht naar het gestolen paneel van het Lam Gods. 

Renaissance

Het waren de lieftallige Adrienne Van der Elst en vooral de doortastende en begeesterende visionair Georges Tondeleir die halverwege vorige eeuw de teleurgang een halt toeriepen met de drooglegging van Boerenol, de uitdrijving der maffia naar Wetteren, de openkapping der poort en de heropening van Café Boerenol. Ze leerden ook de Boerenollers met mes en vork eten en met twee woorden spreken.

Foto:  Het geprezen missionariskoppel. Bemerk het hippe schoeisel van Georges en Adrienne. Trouwens, te zien aan zijn broeksspeld was Georges net terug van 't fabriek, en Adrienne had niet de tijd gehad haar sandalen te gespen, wellicht was ze net klandizie van dienst geweest. Let ook op de chambrans van de ramen. Kunstpatrimonologen herkenden op deze foto onmiskenbaar delen van de lijst van het gestolen paneel van het Lam Gods.

Met de welstand in de wijk ging het duidelijk de goede kant op. Nochtans bleef het voor opvolgers van Georges en Adrienne vechten tegen de bierkaai. Zelfs doorwinterde chocolatiers, schilders en journalisten die het staminee de laatste decennia hebben uitgebaat wisten het tij niet te keren en hadden moeite het hoofd boven water te houden.

Foto: op de foto zijn de plaatsen omcirkeld waar een chocolatier, een schilder en een journalist duidelijk moeite hebben om het hoofd boven water te houden, de bierkaai te bevechten, te doorwinteren en het tij te keren.

In een nieuwe poging om het café, zijn memorabele historiek en zijn onmiskenbare bijdrage tot het sociaal weefsel door de eeuwen heen te herstellen werden sinds het vertrek van de vorige uitbater verschillende projecten op stapel gezet waarvan ‘De Goudmijn’ uiteindelijk het levenslicht zag.

Het is inmiddels genoegzaam bekend dat het collectief alleen de beste bedoelingen heeft met de klanten en de buurt. Hun nobele ambitie is op korte termijn de sociale dynamiek te stimuleren en een warm nest te zijn voor mensen in de buurt en -bij uitbreiding- van Wetteren en omstreken. Respect voor alle mensen en hun vertrouwde omgeving dragen zij hoog in het vaandel. Wel hebben ze ambities voor de toekomst. Zeg nu zelf: met een café zal je de wereld niet veranderen en stilstaan is achteruitgaan.

Toekomst

 

Tijdens een bescheiden opstart waarbij het publiek maximaal zal verwend worden in een gezellig kader, hoopt het collectief voldoende middelen te verzamelen om in een eerste fase de kelder 10 meter dieper uit te graven. Dit zal hen toelaten boringen te verrichten en met dieptesondes de onderliggende goudaders in kaart te brengen. In een tweede fase zal, na het bepalen van de schaal van de ontginningszone, begonnen worden met de onteigeningen. Op basis van theoretische prospecties worden ramingen genoemd van een duizendtal woningen in een sector met een straal van 5 km ten zuidwesten van het café. Een aantal gemeenten in die sector (waaronder Massemen, Westrem, Gijzenzele) zullen moeten verdwijnen en er zal dus heel wat verloop ontstaan maar het collectief voorziet dat tegen die tijd de meeste Oekraïense vluchtelingen zullen zijn teruggekeerd waardoor er plaats zat zal zijn voor mensen uit deze sector. Het collectief voorziet daarenboven ruime compensaties. Zo is er sprake van dat alle ontheemden per jaar 5 drankbonnetjes zullen ontvangen voor consumptie in De Goudmijn. Het spreekt voor zich dat met de bonnetjes geen zware bieren of warme dranken kunnen worden bekomen. Het is ook de stellige ambitie van de uitbaters het café binnen 5 jaar zijn oorspronkelijke rol van kantine / Pavillion Toucher Rectal terug te schenken. De ontheemden zullen er tevens gratis coloscopieën kunnen ondergaan.

Foto: Zo zou de mijn ten zuidwesten van Boerenol er komen uit te zien. De budgetten houden rekening met een investering om de overblijfselen van een Romeinse villa opgegraven in een archeologische site in Gijzenzele copy conform over te brengen naar een passende site buiten de mijn. Men belooft ook regelmatig te stofzuigen.

Vooralleer het collectief met het project ‘De Goudmijn’ uiteindelijk van start is gegaan waren er vele projectmakelaars, filantropen, mecenassen en opportunisten allerhande die met hun ideeën het onderspit hadden moeten delven.

Een overzicht van de projecten die het niet haalden:

De Lastpost

Met ‘De Lastpost’ maakte de initiatiefnemer met het voorgestelde logo een duidelijke verwijzing naar ‘Het Gesproken Dagblad’, de zaak van de vorige uitbater. De Boerenol-tunnel moest de Menenpoort verzinnebeelden en de beeltenis van een olijke lastpost moest een subtiel rebels rock&roll imasgo aan het café geven. In quasi alle landen van het Gemenebest werd het initiatief in de pers stante pede meedogenloos neergesabeld. De arme drommel die, naar eigen zeggen, de honderdduizenden gesneuvelden uit de 1steWO een warm hart toedraagt is volgens zijn echtgenote sindsdien, na talloze doodsbedreigingen, naar Rusland gevlucht.

Het zal de aandachtige cafebezoeker niet ontgaan zijn dat De bedenker van dit project voor zijn logo duidelijk de mosterd gehaald heeft bij dat van de vorige uitbater. Dient gezegd dat ook een voormalig notoir schepen van Wetteren inspireerde tot deze naam toen ze tijdens een ceremonie voor de herdenking van oorlogslachtoffers gewaagde van 'De Lastpost'  (op z'n plat Wetters) toen ze het iconsiche taptoe van de Engelse heldhaftige legers 'The Last Post' aankondigde.

Royal Golfclub Boerenol

Maar al vlug maakte een adellijke investeerder zijn opwachting met een merkwaardig voorstel. In een poging om het niveau van de gemiddelde Boerenol-bezoeker op te tillen, het toerisme aan te zwengelen en de Boerenol-wijk een park-bestemming te geven zou een Golf Club een ideale facilitator worden. Echter, de onteigening van vele boomkwekers, het ondertunnelen van de Zuidlaan en vooral de afbraak van Massemen stuitte op onbegrip en verzet.

Niettegenstaande de investeerder reeds zwaar had geïnvesteerd in brand-marketing en merchandising heeft hij uiteindelijk toch de handdoek in de ring gegooid.

Den Opera van Chakamaka

Een derde initiatief beoogde de culturele ontvoogding van de wijk door de heropwaardering van gezwans en gezever, weze het met enige zelfrelativerende overmoed. Echter, niet enkel de diplomatieke vertegenwoordiging van Chakamaka diende protest in, ook de buurt zat duidelijk niet te wachten op zelfrelativerende wereldreizende cultuurfilosofen. Uiteindelijk werd ook de broodnodige cultuursubsidie geweigerd waardoor het project definitief werd opgegeven.

De Rozemozen

Een vierde poging betrof een cultuurcafé met een frivole toets. De kombinatie van kunstzinnigheid, ernst en deugnieterij was een gat in de markt, zo werd gedacht, en zou een specifiek publiek aanspreken ver over gemeentegrenzen heen. Met een knipoogje naar de roze balletten en een speelse allusie op deugnieterijen in het containerpark in de buurt was het format compleet. Echter, onze vrijgevochten tijden blijken toch preutser te zijn dan wordt vermoed. De nieuwe moraalridders dreigden met een boycot en het concept werd afgevoerd al vóór het tot een concrete aanvraag kwam. Kwade tongen beweren dat erfgenamen van Van Den Boeynants de toespeling op de vrijetijdsbesteding van hun papa niet konden smaken.

Mijnmarter

Kort daarna kwam een gelijkaardig project uit een andere hoek. ‘Mijn Marter’ zou een praatcafé worden voor een kunstminnend publiek waarbij cultuur, avontuur en filosofie de gemeenschappelijke interessepolen zouden zijn. De initiatiefnemer had het kunstminnend gehalte van de regio overschat. Niemand begreep de subtiele verwijzing naar de Parijse cultuursite Montmartre en een teleurgesteld initiatiefnemer trok al vlug zijn kandidatuur in.

't Rusthuis

Maar het hield niet op. Nauwelijks was het vorige project afgevoerd of er dook reeds een nieuwe enthousiasteling op die alweer een frisse draai wou geven aan het uitbaten van een horeca zaak aan Boerenol. Deze man had het gemunt op het actieve publiek: de sporter, business manager, party-crasher, festival-bezoeker, de eco-activist, die na een drukke vermoeiende dag wel eens wil doorzakken in een rustige en gezellige sfeer. Een Rusthuis als het ware.

De sponsors van het project vonden echter dat de potentiële klant de zaak zou mijden uit schrik voor een al te oud publiek, rollators, rolstoelen en een koffie/pampergeur. Er is ook reeds een echt rusthuis honderd meter verderop, dus dit vonden ze ‘erover’ en ze trokken hun beloofde investeringen terug.

De volgende twee projecten zaten op dezelfde lijn en wilden de afgelegen locatie benutten als een soort exotische bestemming met knipogen naar reizen en avontuur naar het voorbeeld van de Gentse ‘Mosquito Coast’.


De locatie in het Westen van Wetteren inspireerde de ene projectontwikkelaar om allusie te maken op de exotische parken, woestijnen en wouden in het Westen van de VS.

't Verre Westen

Het andere project koos voor ‘Het OL van Pluto’. Iets minder exotisch, wat meer ludiek.

't OL van Pluto

Beide projectontwikkelaars moesten na een buurtbevraging toch toegeven dat er niet meteen een voordehandliggende link was met de plaatselijke bewoners. Een marktbevraging wees uit dat potentiële klanten de verre reis naar Boerenol niet zagen zitten en de investeerders trokken hun staart in.

Cirk Marginal

Een negende kandidaat-overnemer kwam met het idee van een ambiance-café, een soort ‘Cirque Central’: een plaats waar opvoeringen en vertier van het meest diverse allooi moest kunnen. De vergunning werd door de gemeentediensten niet verleend. Naar wij vernemen zat de schrik er goed in dat de zaak een fout publiek zou trekken, belust op onbetamelijkheden en perversiteiten, dat de wijk opnieuw in verval zou brengen zoals na de mijnsluiting van weleer.

Ook variaties op dit thema zoals 'Cirk Fatal', 'Cirk Rectal' en 'Cirk Abominal' haalden geen vergunning.

De Missies

Het tiende en voorlaatste project kwam uit de hoek van 2de generatie ontwikkelingssamenwerkers die de multiculturele geest en de nobele bedoelingen van het missiewerk van weleer wilden her-valideren. Middels een exotisch decor met wereldmuziek en aangepaste drank-spijskaart zouden Wetteraars van alle komaf, cultuu en religie rond een goed glas hun etniciteit delen en uiting geven aan hun spirituele behoeften. Het gemeentebestuur zag de bui al hangen en wees de aanvraag categoriek af.

Zoals reeds gezegd was het een lokaal collectief dat met ‘De Goudmijn’ een concept uitkiende dat de historische achtergronden van deze wijk omarmt en met zijn gulle ambities op de goedkeuring van de lokale bevolking en die van het genmeentebestuur kon rekenen.

Bijkomend voordeel was dat vertalingen van 'De Goudmijn' voor onze anderstalige neveninstromers ook lekker bekken: